Photo of Sea on Sunrise

Apeldoorn Zuid

Apeldoorn Zuid is een wijk in de Nederlandse stad Apeldoorn die bekendstaat als arbeiderswijk. Met ruim 18.000 inwoners is het een van de grotere wijken van de stad. Apeldoorn Zuid heeft wijknummer 4 en vormt samen met Ugchelen en enkele andere buurten het stadsdeel Apeldoorn Zuidwest. Lees verder

Laatste nieuws

Bewonersverhalen. Leuke herinneringen ophalen van vroeger en dan voornamelijk over de wijk Zuid en Ugchelen.

Heeft u ook leuke herinneringen en/ of foto's en wilt u die delen, stuur dan even een berichtje aan alexschiphorst@gmail.com


Stichting Buurtmensen

Podium Zuiderpark

Info: alexschiphorst@gmail.com

Photo of Sea on Sunrise
Photo of Sea on Sunrise

Ik ben Danny Huizer, 56 jaar en ik woon met mijn vrouw Netty aan de van Roekelweg, ik ben vader van Lizzy (28) en in het dagelijkse leven werkzaam bij Zorggroep Apeldoorn e.o.. naast deze baan ben ik ook nog fractievoorzitter en lijsttrekker van GroenLinks Apeldoorn. Dit verhaal gaat echter niet over de verkiezingen maar over mijn leven in onze prachtige wijk Zuid. In mijn vrije tijd loop ik maandelijks met een stel andere vrijwilligers door het Zuiderpark om de rommel op te ruimen. Om er maar gelijk aandacht voor te vragen: iedere derde zaterdag van de maand kunt u/ kan jij ook komen helpen. We starten altijd om 9.45 uur met een bakkie in het Buurthuis. U bent van harte welkom!!!

Ik ben Danny Huizer, 56 jaar en ik woon met mijn vrouw Netty aan de van Roekelweg, ik ben vader van Lizzy (28) en in het dagelijkse leven werkzaam bij Zorggroep Apeldoorn e.o.. naast deze baan ben ik ook nog fractievoorzitter en lijsttrekker van GroenLinks Apeldoorn. Dit verhaal gaat echter niet over de verkiezingen maar over mijn leven in onze prachtige wijk Zuid. In mijn vrije tijd loop ik maandelijks met een stel andere vrijwilligers door het Zuiderpark om de rommel op te ruimen. Om er maar gelijk aandacht voor te vragen: iedere derde zaterdag van de maand kunt u/ kan jij ook komen helpen. We starten altijd om 9.45 uur met een bakkie in het Buurthuis. U bent van harte welkom!!!

Zoals de titel al laat doorschemeren ben ik wel opgegroeid in Zuid maar er niet geboren. Ik ben in 1965 geboren aan de Derk Kamphuisweg 32 in Ugchelen. Mijn ouders (Gijs Huizer en Mijnie van Twillert) woonden daar met mijn zus Lydia bij mijn opa en oma Huizer in een tot woning verbouwde schuur. Tegenwoordig zouden we dat een Tiny House noemen. Soms fiets ik er nog wel eens langs en dan is vanaf de weg nog altijd een deel van dat huisje te zien. Ik heb daar niet lang gewoond (mijn opa en oma nog wel). In 1966 is mijn zusje Esther geboren en dat was al aan de Casper Fagelstraat in één van de flatjes. Ook daar hebben mijn ouders niet lang gewoond. Mijn eerste herinneringen van wonen in Zuid zijn aan de van Hogendorpstraat. Daar heb ik tot aan mijn trouwen op nummer 22 gewoond.


Molenberg in Lieren, kolenhandel van Twillert

Derk Kamphuisweg Ugchelen

Van Hogendorpstraat


Het was een tijd waarin de melkboer (de Haan) nog aan de deur kwam, de schillen werden opgehaald en de scharensliep af en toe door de straat reed. Ik kan mij ook nog een bakker herinneren die langskwam. Overal zag je in die tijd van die plastic rekjes met lege melkflessen en boodschappenbriefjes bij de voordeuren staan. De overige boodschappen werden gehaald op het Nolenplein bij de groenteboer en de Centra.

Mijn kleuterschool en de lagere school was de koningin Emmaschool. Mijn vroegste herinneringen zijn aan een grote lage tafel met zand erin waarin ik heerlijk met speelgoed kon spelen. Een andere herinnering in het jaarlijkse hoogtepunt dat we bestek mee mochten nemen naar school om daar patatjes, appelmoes en vla te eten met elkaar. De cafetaria aan de 1ste Wormenseweg tegenover mijn kleuterschool leverde al dat lekkers. Volgens mij heette die cafetaria “de Viersprong”. Het grappige is dat ik drie jaar geleden mijn besteksetje nog terug heb gevonden, de pleister met daarop geschreven mijn naam zat er nog op. Van de lagere school weet ik nog dat we netjes in tweetallen in de rij moesten staan om naar het lokaal te gaan en dat als je aan de vroege kant op het plein was, je mocht helpen de schoolmelk naar binnen te brengen. Voor de gymlessen liepen we keurig in de rij naar het gymlokaal aan het Koekoekspaadje of naar het Zuiderpark.

Andere herinneringen zijn het donkere kamertje waar de papieren werden gestencild, een ruimte met de typische geur van inkt. En natuurlijk de namen van enkele leerkrachten: juffrouw de Boer, Juffrouw Gaastra, meester Rutte, meester Huizinga en meester Simons. Klasgenootjes waren onder andere Simon, Eli, Wijnand, Nancy, Geertje, Kitty, Martin, Heleen, Herman, Andre, Henriette, Helma, Minke, Tammo en Gert. Ongetwijfeld ben ik er een aantal vergeten op te noemen.


Koningin Emmaschool

Afscheid reünie Dr. De Vissermavo 1988

In deze jaren werkte mijn vader eerst als bij de Remeha (ketelbouw) en later bij Gijs van de Scheur (internationaal transport, zat aan de Hoenderparkweg). In de schoolvakanties mocht ik altijd met hem mee. Bij de Remeha mocht ik op allerlei bouwplaatsen in het land de ketels van binnen in de menie zetten. Ik herinner mij vooral het koffie drinken bij de Albert’s Corner, de tweede bak mocht jezelf pakken en nog gratis ook. Dat maakte indruk op mij. Toen mijn vader op het buitenland reed ging ik vaak mee. Op de Duitse autobaan op schoot met het grote stuur in mijn handen. Ik vond het prachtig als kind. Later mocht ik niet meer mee i.v.m. de verzekering en ging ik in de schoolvakanties logeren bij opa en oma Huizer en ging ik met opa mee op de vrachtwagen van “Zeepfabriek Gouda”. Later heeft mijn vader daar ook nog jaren gewerkt. De vrachtwagen mocht in die tijd nog aan de Kayersdijk worden geparkeerd. Mijn vader nam mij als kind met enige regelmaat ook mee naar het café van Tinus van Gemert en later naar de Grolschbar. Bijnamen van andere bezoekers zoals Streepie en Vlekkie weet ik mij nog altijd te herinneren, maar hoe ze eruit zagen: ik heb werkelijk geen idee. De bijrijders van mijn vader, Sjakie en later Henkie, waren er ook altijd bij. De broer van Sjakie (Bennie) reed met een soort van eerste foodtruck langs bouwplaatsen met allerlei lekkers. Ik heb in die tijd veel gevulde koeken en speculaaspoppen van hem gekregen.

Mijn moeder heeft jarenlang bij de Wibra (Adelaarsplein, Ordenplein en het centrum) gewerkt. Ik denk dat velen haar nog goed kunnen herinneren. Zij komt van oorsprong uit Lieren. Mijn opa van Twillert was jarenlang de kolenboer in Lieren. Ik heb geen herinneringen aan het huis in Lieren. Wel aan hun huis aan de Talingweg, daar hebben mijn opa en oma heel lang gewoond. Zij woonden op de hoek van de Mussenweg met een grote speeltuin grenzend aan de achtertuin. Mijn ouders wonen inmiddels alweer zo’n jaar of 10 aan de Rietzangerweg. Dat vind ik wel bijzonder, het is slechts enkele meters van de plek waar mijn eerste schoonouders aan de Gaaiweg woonden.

Als peuter ben ik gevallen en daar heb ik destijds epilepsie aan overgehouden. Om die reden mocht ik niet sporten, wel mocht ik muziek maken. Met enkele vriendjes van de lagere school (André en Gert) was ik tamboer bij de Koninklijke Stedelijke Harmonie. We deden mee aan wedstrijden en liepen in Apeldoorn mee met de intocht van Sinterklaas en zijn Pieten en met de jaarlijkse carnavalsoptocht.

Na mijn lagere school ben ik naar de brugklas van het Myrtus college (ook aan het Koekoekspaadje) gegaan. Dat heeft echter niet lang geduurd. Na het eerste jaar ben ik naar de Vissermavo aan de Maasstraat gegaan. Daar was ik beter op mijn plek. Daar heb ik vier fantastische jaren beleefd. We hadden een gezellige vriendengroep op de school en elke dag was een feestje. Althans voor ons, ik weet niet of alle leerkrachten er net zo over dachten. In de pauzes gingen we snoep kopen bij de Spar, lekker vers brood bij bakker Broer of een bakkie doen bij Kayersheerdt. In diezelfde jaren zette ik mijn eerste stappen in het Buurthuis aan de Maasstraat. Met vrienden een biertje drinken en dansen op de muziek van Madness en The Specials. Geweldige tijd beleeft en ook in het Buurthuis mijn eerste vrouw Marjon leren kennen. Zij woonde destijds met haar ouders (Annie en Henny) en broertje (Alexander) aan de Gaaiweg. Behalve naar het Buurthuis gingen we ook naar de Boerderij in Beekbergen, een disco in Hoenderloo en af en toe een feestje bij de Apeldoornse Boys, DDH of bij de korfbalvereniging aan de Rijnstraat.

Op mijn zeventiende ben ik met mijn diploma op zak gaan werken. Ik wilde graag net als mijn vader en opa vrachtwagenchauffeur worden. Mijn eerste baantje was in de afwaskeuken bij Troelstraoord in Beekbergen. Op mijn Kreidler reed ik dagelijks met veel plezier naar mijn werk. Al snel rolde ik vanuit de afwaskeuken het koks-vak in en ben ik als leerling-kok bij Randerode aan het werk gegaan. Later ook nog als kok gewerkt bij Mandala, het Grotenhuis in Twello en het Zonnehuis in Beekbergen. Op mijn twintigste ben ik met Marjon getrouwd en zijn wij gaan wonen aan de Kobaltstraat. Daar is mijn dochter ook geboren. Het was een dubbel flatgebouw met onder de bewoners veel saamhorigheid. We hadden een kroeg in de kelder en daar waren we regelmatig met buren te vinden. In die jaren hebben we ooit nog eens van 105 tweepersoons lakens een grote Nederlandse vlag gemaakt die we bij wedstrijden van Oranje hesen. Het hele gebouw was dan bedekt. Andy de zingende postbode woonde in die tijd ook bij ons in het gebouw en hij verzorgde dan het Wilhelmus. Ook hier weer veel lol gehad.


Mevrouw Huizer links naast de kassa

bij de Wibra Adelaarslaan.

De levensgrote vlag in de Kobaltstraat

De vrachtwagen van pa Huizer

Tegenwoordig ben ik alweer 21 jaar met Netty getrouwd en woon ik vanaf 1997 aan de van Roekelweg. In onze vriendenkring zijn nog altijd enkele vrienden (Gerard, Gerty, Frits en Wilfred) vanuit het Buurthuis en vanuit de buurt. Regelmatig maken we er met elkaar een feestje van en lachen we om de verhalen van inmiddels tientallen jaren Zuid. Zoals gezegd: ik ben geboren in Ugchelen, maar getogen in Zuid. Als ik terugkom van vakantie en ik rij langs de kinderboerderij dan komt er altijd een glimlach op mijn gezicht, ik ben dan weer thuis in Apeldoorn. in Apeldoorn-Zuid om precies te zijn.

Danny Huizer


Photo of Sea on Sunrise

Evert Zijlstra

Hallo allemaal

Ik ben Evert, Evert Zijlstra. Geboren in maart 1947 aan de Paslaan in Apeldoorn. Toen ik ongeveer 2 jaar was verhuisde mijn vader (Riep Zijlstra) en mijn moeder (Eef Zijlstra van Ark) en mijn zus (Tineke) naar een nieuwbouwwoning en wel in de Diepenbrocklaan op nr. 43. Mijn vader werkte toen bij de Buiscar.

Wat ik me kan herinneren woonde naast ons op 45 de familie Loning, daarnaast op 47 de fam. Meijer. Op 41 de fam. Danzglock, op 39 de fam. Schiphorst op 37 de fam. van Rossum, op 35 de fam. (weet ik even niet) en op 33 de fam. Dijkstra.

Even wat over mijn buren. Toen mevr. van Rossum (Netty) mij vroeg hoe ik heette, zij ik Evert, nou zei ze volgens mij ben jij Everdina, ik werd boos en zei je bent zelf Dina. En zo is ze haar leven lang (ook toen ze aan de Debussylaan woonde) voor mij Tante Dina gebleven.

Fam. Schiphorst (ouders en broers en zussen van Alex) Heel fijne mensen. Als ik weer eens in een goeie broek een winkelhaak of gat had, zei Alex, ga meer even mee naar mijn moeder. En dat lieve mensje maakte hem dan weer netjes. (mijn moeder zag het niet eerder dan dat hij uit de was kwam.

Fam. Danzglok Ik weet dat ze 2 meiden hadden en dat de buurman bij de Eltem werkte. Die meiden heette Joke en Gerrie Toen ik een jaar of 7 was verhuisden zij naar Almelo (hij ging volgens mij met zijn werk mee die kant op) Ze kwamen daar te wonen in de Hazelaarstraat nr.17 (nog steeds onthouden, goed he!)

Aan de andere kant van ons woonde de fam. Loning met hun kinderen Jennie (helaas vroeg overleden) Gerard, Henkie, Anton en Ria. Zij verhuisden volgens mij zo’n beetje gelijk met de fam. Danzglock, naar de Deventerstraat, Ben nog wel eens daar geweest. Ze hadden daar heel veel kippen. Die hadden ze trouwens ook al toen nog naast ons woonden. Henkie heb ik later nog wel eens gesproken en van Jenny weet ik dat ze is getrouwd met Kobus Vreeburg, Die fam. woonde op 49

Ook de familie Meijer met hun zonen Gerard en Wouter verhuisden al voor dat wij daar weggingen.

In het blok naast het onze woonden verder nog van Wieren, v.d. Vemde, van de Klei, Snitselaar, Knol en tegenover ons Thomassen, Vlottes, Speldekamp, Mensen waarvan ik de naam niet meer weet maar wel dat ze een gr. langharige bruine hond hadden, daarna v.d. Molen. Ik zal er best wel eens naast zitten of iemand vergeten hebben maar ja, geheugen van iemand van 73 die daar al zo’n 63 jaar niet meer woont wordt wat minder natuurlijk.

Wat hebben wij veel gespeeld daar, of niet Alex. Tollen, Buskruit, Verstoppertje Carbid schieten met kleine busjes, je had op laatst geen spuug meer over. Belletje trekken. Hutten graven achter ons huis in de bosjes. Wat baalden wij dat ze daar gingen bouwen (de Kippenhokken) hebben heel wat pas gemetselde muurtje omgetrapt. Mijn ouders hebben ook nog 2 bouwvakkers van de kippenhokken in de kost gehad. Die gasten gingen in het weekend weer naar huis, naar 020. Ha ha ha

Toen ik een jaar of 10 was zijn we verhuisd naar de Bernard Zweerslaan we kwamen te wonen op nr. 20 het laatste normale huis in die straat, naast ons begonnen de Kippenhokken. Mijn vader die werkte toen al als chauffeur / monteur bij de Politie. We kwamen daar naast een ander fam. te wonen waarvan de man ook bij de Politie werkte, de fam. Verhoef. Toen wij daar nog maar pas woonden verhuisden zij richting Schiphol. Verhoef kreeg daar een baan bij de Politie. (nu ik dit zo schrijf zie ik dat iedereen die naast ons woonde ging verhuizen. Hoe zou dat komen, ha,ha,ha)

Toen Verhoef weg ging kwam daar de familie Braakman te wonen met Pietje en Alie, Mijn moeder is tot aan de dood van buurvrouw Braakman vriendin met haar geweest. Daarnaast, Diepenbrocklaan 1 de fam. Haraths, Later de fam. van Leeuwen, op 3 iets later Bosch, op 5 de fam. Winter met Rienie, Robbie, Erna en Annegreet. Daarnaast op 7 de fam. Holtrichter met Elly, Hans en Jan en daarnaast op no 9 mevr. Ribbink.

Ik zat op de Theo Thijssenschool en woonde dus net naast de school. Als de toeter ging kon ik van huis gaan en was dan nog op tijd. Wat hebben we veel gevoetbald op het veldje van de school en ook op het weiland daarnaast waar de gemeente een paar doelpalen had ingezet. Op dat zelfde veldje is ook jarenlang kermis op Koninginnedag geweest. Was altijd een hele happening, vooral de Zweefmolen en de schiettent.

Wat hebben we ook een plezier gehad op het veld dat nu parkeerplaats is bij de Schubertlaan. Konden we lekker spelen, heeft nog een Circus gestaan, zijn nog Hoelahoep wedstrijden geweest. Geweldige tijd Later belletje drukken in de flat en je toen aan de buitenkant langs de paal je naar beneden laten zakken, geweldig! Op de rolschaatsbaan Skelterrace, wij deden mee met de groep van Doornhein. Mijn zus Tineke met een groep van de VVR. Zij werd in Apeldoorn kampioen bij de dames en mocht toen met de landelijke wedstrijd meedoen in Utrecht en ze werd daar 4e

Toen ik 12 jaar was, kreeg ik van mijn vader mijn 1e oude bromfiets, hij liep nog wel maar er moest veel aan gebeuren. Mijn vader repareerde als hobby ook veel bromfietsen voor vrienden en bekenden, dus ik zat ook al vlot in dat werk. Opknappen verkopen (als 14 jarige) op de bromfietsmarkt aan de Griftstraat en weer een ander kopen. Heb in die periode ook nog een poos in mijn vrije tijd bij Doornheim gewerkt, naast Joop Koperdraad die daar vaste kracht was. Toen kwam de tijd dat je verkering kreeg, ha,ha. Zal geen namen gaan noemen, maar een paar meiden vergeet je nooit meer, of wel R en J !!! Toen ik een jaar of 16 was had ik al een mooie Batavus Supersport en een jaar later de Batavus Whippet, ging de wijk uit met Johnnie Verhoef, Stef Uiterweerd enz. Ergens anders meiden versieren. Over die periode zal ik niet schrijven, Ga niet alles verklappen.

Groetjes Evert.


Photo of Sea on Sunrise

Tineke Wesselink

Herinneringen aan een wijk in aanbouw.


Begin jaren ‘50 zwierf ik als kleuter door Apeldoorn Zuid. Ik woonde in de Beethovenlaan en overal om ons heen werd gebouwd. Nederland herrees uit de puinhopen en met man en macht probeerde men te voldoen aan de grote vraag naar woningen.

Ook werd er een nieuwe school gebouwd, de Juliana van Stolberg school, maar omdat er nog een tekort was aan van alles, waren er geen stoeltjes en tafeltjes en moesten wij gewoon op de grond zitten.

Speelgoed was er ook niet al te veel en we deden met z’n vieren een puzzeltje.

Dat vond ik maar niks. Thuis had ik alle speelgoed voor mijzelf en was ik niet gewend om met andere kinderen speelgoed te delen. Ik was nog enig kind.

Buiten spelen met al die kinderen om me heen vond ik ook al moeilijk en omdat er geen muren of hekken om het schoolplein waren was het niet zo moeilijk om stilletjes te verdwijnen en door al die straten te zwerven waar gebouwd werd. Spannend hoor om al die mannen op steigers bezig te zien. En dat niet alleen, overal lagen hopen zand en stenen en ander bouwmateriaal. Gewoon heerlijk om in te spelen. Soms werd ik weg gestuurd maar in de volgende straat vond ik wel weer wat anders om te spelen.

Het gebeurde regelmatig dat mijn moeder mij om twaalf uur thuis verwachtte en dat ik dus niet thuis kwam. Dan werd er weer gezocht en gevraagd waar Tineke uithing. Het leverde vaak een paar flinke tikken op. Maar meestal was er wel iemand die me zei dat het tijd werd om naar huis te gaan om te eten.

Op de plaats waar nu de Debussylaan is werd het zand gestort wat bij de bouw was afgegraven. In de zomer waren dat in in onze ogen hoge bergen waar je tunnels in kon graven. Als je geluk had kon je door die tunnels kruipen en als je pech had stortte de boel in en kwam je pikzwart thuis.

In de winter maakten we glijbanen op die bergen en hadden we dolle pret.

Het avontuur kleuterschool was dus van korte duur. Maar na twee jaar wachtte mij de “grote school”. Dit keer werd ik naar de Theo Thijssenschool gestuurd en daar herhaalde de geschiedenis zich. Als ik naar school liep was er zoveel te spelen onderweg dat ik vaak te laat op school kwam en de deur gesloten vond. Geen nood, ik speelde ergens tot ik weer kinderen op straat zag en dan ging ik ook maar naar huis om te eten.

Het veranderde toen ik een vriendinnetje kreeg dat bij ons in de straat woonde en op dezelfde school ging. Samen naar school en weer naar huis, ik werd een braaf kind.

Van de Theo Thijssenschool kan ik me de namen van de onderwijzeressen nog herinneren, Juffrouw Sjouw en Juffrouw Vos. Hoofd van de school was meester Eker.

Voor de klas stond een heel grote standaard met plaatjes en woorden. Langzaamaan leerden we dat de woorden bij de plaatjes hoorden en leerden we de woorden lezen. De befaamde leesplank: Aap, noot mies.

Toen ik in de tweede klas zat werd ik naar een andere school gestuurd.

De J.P.Sweelinckschool, een christelijke school.Ik leerde graag en ging dus uiteindelijk ook graag naar school maar wat ik maar niet snapte en heel erg onrechtvaardig vond: Woensdagmiddag waren de jongens vrij en de meisjes kregen handwerkles. Sokken breien, pannelappen haken, kleedjes borduren….. Dat laatste vond ik wel leuk maar haken en breien wilde maar niet lukken.

Hoe vaak heb ik niet met zweterige handen geprobeerd de steken op de naald te houden, onderwijl steeds naar buiten kijken want daar was ik toch liever.

Bij de sprengen bv, wat kon je daar zomers lekker door het koude water lopen en wat was er veel te zien, allerlei beestjes en plantjes die ik nog niet kende.

En al die weilanden, waar het nu volgebouwd is. Apeldoorn hield op bij de Strausslaan en de Oud Beekbergerweg en daarachter kon je de wereld gaan ontdekken.

Maar die wereld stond niet stil. Een wijk in aanbouw dus en zo zag ik de winkels gebouwd worden aan het Schubertplein. Tot mijn grote verrassing werd er achter de winkels een speeltuintje aangelegd. Een aantal jaren geleden was ik daar en zag tot mijn grote verrassing dat de speeltuin er nog steeds is.

Een leuk uitje wat we in die tijd dikwijls hadden was een ritje met de melkboer of de schillenboer. Die kwamen met paard en wagen en als je geluk had mocht je een eindje meerijden, tot de Arnhemseweg want je moest zelf zien thuis te komen en de andere kant van die weg kende ik nog niet.

Dat paard is een keer op hol geslagen. De kar met alle flessen melk, karnemelk, yoghurt en nog veel meer ging omver. De ravage en de schade waren groot.


Apeldoorn Zuid… eens een wijk in aanbouw. Nu zijn er woningen en kerken afgebroken die ik heb zien bouwen.

Ik weet het, het is allemaal nostalgie, maar ik zou nog best eens dat kind willen zijn dat door de wijk zwierf.


Photo of Sea on Sunrise

Harry Voss

Mijn naam is Harry Voss 68 jaar oud en geboren aan de Aluminiumweg (voorheen Rondweg Zuid) mijn vader was destijds zo boos over die naamsverandering dat hij toen met menie het nieuwe straatnaambordje heeft beklad. In die beschermende buurt ben ik groot geworden en beleefde ik een prachtige jeugd met zo nu en dan wat leuke streken uitgehaald. Verder is het leuk om te weten dat ik van kinds af aan bij de kruidenier Boom schuin aan de overkant van ons huis heb geholpen als jongste bediende ik bracht bestellingen rond en hielp in de winkel met schappen vullen en in het magazijn flessen sorteren. Met de familie Boom heb ik nog steeds een warme band, nu met de kleinkinderen. Als ik mijn eigen ouders bezoek op Heidehof loop ik ook altijd even bij het graf van de familie langs. Mijn naam bij de klanten was al die jaren “Vosje”.

Er was in die tijd een vaste wijkagent in de buurt “Blom” was zijn naam. Het was steeds een sport om hem uit te dagen door middel van de hand niet uitsteken op de fiets of te voetballen op een gazon. Hij ging dan op zijn fiets achter ons aan en heeft ons met de fiets nooit weten te achterhalen!!!! Maar op een dag was die door schade en schande wijs geworden met een nieuwe aanpak! Hij was plots met een politieauto plus collega naast ons aanwezig, weglopen kon niet meer en we waren de sjaak. De straf was zeer bijzonder: we moesten ons op het politiebureau aan de Deventerstraat melden en kregen daar een soort standje van de politieman en tot slot kregen we een cel te zien met de boodschap dat we bij nog zo’n overtreding hier in zouden worden opgesloten!! Ik heb dit verhaal eens verteld aan een politieagent die me bij een van mijn acties als dierenrechtenactivist had gearresteerd en ontstond toen plots eens gezellig gesprek en ik stond na een half uur weer op straat. Kom daar tegenwoordig nog maar eens mee.

Op het Seminarie kwam ik geregeld vooral om er te spelen met de jongens die daar hun opleiding volgde. Het leuke was dat de twee portieren Theo Merlijn en Jan Burghout geregeld bij ons thuis een kopje koffie kwamen drinken. Theo nam dan een halve liter jonge jenever mee die hij dan met mijn vader gezellig opdronk. Hij bewoog zich voort op een driewieler die, als hij met mijn ouders aan het praten was, door ons nog wel eens gebruikt werd om door de buurt te crossen. Wat was de man dan boos als hij het in de gaten kreeg!

Op de ijsbaan aan de achterkant van het seminarie mochten we nooit komen, het was exclusief voor de mannenbroeders van het seminarie. Omdat het een opgespoten baan was kon je daar met wat vorst al snel schaatsen. Na verloop van enkele jaren konden ze ons er niet meer weg houden omdat er zoveel gaten in het hek zaten. Ik ben steeds weer trots dat ik in Zuid heb gewoond tot mijn huwelijk en er een warme jeugd gehad met veel kattenkwaad! De basis van mijn wonderlijke banen als actieleider bij de SP en Partij voor de Dieren.

Ik loop over van verhalen en herinneringen nu ik dit verhaal schrijf. Zo leerde ik roken bij Guus Nep, Silky of zo iets. Wat was ik misselijk en ik zette door, na twee jaar stoer roken was ik daar klaar mee en nooit meer een sigaret opgestoken.

In de sprengen dammetjes bouwen tot die overliepen en je steeds weer met een nat pak thuis kwam.

Een potje knokken met andere scholen, we gingen gewoon met de katholieke school knokken, later had ik mijn beste vrienden van die school. De gebroeders Huub en Theo Jansen van de groenteboer aan de Fabianusstraat. Zo’n gezellig rooms gezin met veel kinderen en een bult gezelligheid. Weemoed en romantiek borrelen door mijn hoofd. Tijd om weer vooruit te kijken, we hebben hopelijk nog wat jaren om de wereld iets gezelliger en diervriendelijke achter te laten!


Photo of Sea on Sunrise

Theo Boerkamp

Het was in de vijftiger jaren dat ik en een buurjongen, Jan Krijt die aan de Oude Beekbergerweg woonde in de zo genoemde “ kippenhokken ,, aan het spelen waren in de omgeving van het verwaarloosde zwembad Malkenschoten. In het diepe buitenbad hadden wij een paar dikke planken gelegd en konden zo een beetje bootje varen, er stond een laagje water in van zo’n 40 cm en dat ging prima. Maar we begonnen ons te vervelen en liepen terug naar het huisje van Opa Beumer ( Opa van Jan ) aan de Oude Apeldoornseweg (dat kleine witte huisje vlakbij de Malkenschoten waar later de Fam. Kagie en Fam. Rox nog gewoond hebben ). We snuffelden wat rond en vonden een doosje lucifers, en stak deze gauw in mijn zak en liepen naar een droge sloot waar nogal veel hoog riet stond en goed droog, nou je snapt het al….dat vraagt om een vuurtje. Dus maar eens kijken of het branden wilde……en ja hoor, maar grote schrik het begon toch wel heel erg te branden, en wij snelden naar opa en zeiden dat kwajongens het riet in de fik hadden gestoken. Ach, zei Opa hier neem maar een lekkere sigaret voor de schrik en dat vuur gaat vanzelf wel uit, nou die sigaret hadden we beter niet kunnen roken want we zijn nog wel een tijdje erg misselijk geweest en wie lachte het best Opa natuurlijk en boontje komt om zijn loontje, voorlopig geen vuurtjes meer gestookt.

Photo of Sea on Sunrise

Hannie Groenberg Herrebout

I


Ik was 3 jaar toen ik in 1953 op het Hofveld kwam wonen. Vlakbij de Beethovenlaan op nr.99 boven. Ja, het waren duplex woningen. Je kwam de voordeur binnen in een halletje. Daar zaten 2 deuren 1 links en 1 rechtdoor. Links kwam je bij de trap naar de bovenwoning en rechtdoor dan natuurlijk naar de benedenwoning.

Beneden woonden schatten van mensen, die ik opa en oma mocht noemen. Op woensdag- en zaterdagmiddag mocht ik bij hun kinderuurtje komen kijken en in latere jaren breide oma mijn brei-opdrachten van school af... want ik vond dat maar niks. Dat stomme katoen dat op de breipennen bleef plakken of er te strak op zat.

Voor ons huis stopte de bus zowel heen als terug, dus aan beide kanten van de weg een bushalte.

Als het regende, mochten mensen weleens bij ons binnen in het halletje wachten tot de bus kwam. Toen kon dat nog...

Achter hadden we een schuurtje... ook gedeeld met de benedenburen.

Wij moesten dan om het blok huizen achterom lopen om de fietsen in de schuur te zetten of te pakken en om kolen te halen... er zat een kolenhok en daar moest ik toen ik wat groter was met een kolenkit kolen halen voor de kachel.

Niet echt mijn hobby...

In 1956 ging ik naar de "grote" school. De J.P. Sweelinckschool...

De eerste klas bij juffrouw de Wind. Zo'n lieve vrouw... en de laatste klas bij meester Hokken. Ook een fijn mens, zoals ik me hem herinner.In de tweede klas bij juffrouw Stigter…

In de Brahmslaan woonde m'n vriendinnetje Fennie, en in de Bachlaan mijn vriendinnetje Christien, dat is ze nog steeds.

Met m’n buurmeisje Cisca en overbuurmeisjes Gerrie en Jenny speelde ik veel... en bij een overbuurjongen Hansje speelde ik ook vaak. Werd ook mijn eerste jeugdliefde...

Vanuit het raam in de woonkamer liet overbuurmeisje Gerrie zien welke jurk ze aandeed naar school en dan deed ik die ook aan, als ik dezelfde had.

In de Debussylaan woonde fam. Martin waar ik vaak met mijn ouders kwam. Zoon Pieter zat bij mij in de klas, ook daar speelde ik regelmatig en later ook met zijn zusje Elly die ook naar de Sweelinckschool heeft gegaan. Elly heb ik een aantal jaren geleden opnieuw ontmoet en we hebben nu een fijne vriendschap en samenwerking met onze schilderijen en gedichten.

We rolschaatsten veel op de stoep heen en weer en later kwam de rolschaatsbaan. Op de hekjes voor het huis hingen we als meisjes te bungelen en kunstjes te doen. Schooltje spelen op het stoepje voor de deur.

Aan de overkant stonden rozenbottelstruiken... daar verstopten we ons, nadat we een portemonnee met een touwtje eraan op de weg hadden gelegd... mensen op de fiets stopten dan om hem op te rapen... en dan trokken we gauw aan het touw en weg was de portemonnee.

Na de Sweelinckschool de MULO gedaan de prof. v.d Leeuwschool, Oude Beekbergerweg, nu Edison College in de Maten.

Naar de automatiek bij Guus Nep... en werkelijk één keer aan het lolletje bij hem een loempia met... zuurkool iiaaach wat smerig hahaha... die Guus Nep met zijn peuk boven de frituurbakken.

Het was een fijne tijd, heel sociaal. Iedereen zorgde voor elkaar, hielp elkaar, dronk koffie samen en wij kinderen speelden en maakten ruzie samen, gingen samen naar school.

In juni 1971 ben ik van daar uit getrouwd en verhuisd. Maar ik kwam er nog regelmatig tot 1982 of 1983.

Nu ben ik 70 jaar en woon sinds 2011 tot mijn grote plezierweer in Zuid in de vernieuwde Ravenweg. Super fijn plekje, ben hier heel blij mee.


Lieve groet, Hannie Groenberg Herrebout


Photo of Sea on Sunrise









In september 1953 ben ik in Apeldoorn komen wonen in de Valeriuslaan in Zuid.

Op bovenstaande foto kunt u zien dat wij om de deur ook een rozenhek hadden. Aan de gehele onevenkant stond om alle voordeuren zo'n rek en ook liep er per blok een pad langs de ramen en voordeur. Dit in tegenstelling tot de overkant, de Diepenbrocklaan en de Johan Wagenaarlaan. Hier liep het plansoen tot tegen de huizen aan.

Op nr. 29 woonden de fam. van Gooswilligen, op 31 wij en op 33 de fam. Oosterbeek. Aan de overkant op 34 fam. de Vries.

De Buurman van no. 29 werkte toen bij rijwielfabriek Sparta en heeft een keer meegedaan met, schrik niet, een rookwedstrijd.

Pijproken uit een echte Goudse stenen pijp. De deelnemers kregen ieder 3 gram tabak en 3 lucifers en dan ging het er natuurlijk om wie het langste zijn pijp kon aanhouden.

En jawel de buurman won de wedstrijd.


Mijn vader had een meubelmakerij in de Schoolstraat gelegen in de inrit van Taxibedrijf Bresser en Radiateur service Hartgers. Wij kenden thuis 2 perioden, 1 met auto en 1 zonder auto. We zaten eens weer een keer in periode 2 toen mijn vader op de brommer naar huis kwam om tussen de middag te eten toen een paar van die opgeschoten jongens een rotje gooiden naar het paard van Poppedijntje de schilleboer. Het paardje sloeg op hol, met kar en al, en rende de straat door richting Mendelsohnlaan. Pa gaf nog flink gas bij en kon het paardje net voor het kruispunt bij het halster pakken en stoppen.

Ik zie nog Poppedijntje op z'n klompen er achter aan rennen en alsmaar roepend mien peertje...mien peertje..

De jongens die het gedaan hadden stonden even later, toen paard, wagen en Poppedijntje weer terug kwamen, al met rode koppen en een heet achterwerk, persoonlijk gekregen door de ouders, al te wachten met de mandjes schillen van de adressen die Poppedijntje nog moest lopen. Dat moesten ze nog enige weken doen.


Buurman Oosterbeek was slager en wij hadden kippen, 6 stuks en een haan. Deze haan vertikte het om de kippen het hok in te laten. Ze moesten hun ei maar ergens anders zien kwijt te raken. Dus de haan moest worden geslacht. Het was een grote haan die op je afsprong als je de ren binnen kwam, met z'n klauwen naar voren.

Behalve als pa binnenkwam. Hij scheen op de een of andere manier voor hem bang te zijn. Maar goed de buurman is slager en ging de ren in om de haan te pakken

Hij had 5 seconden nodig om binnen te komen en 1 om weer naar buiten te gaan. Net op tijd, anders had z'n gezicht open gelegen. Dus pap naar binnen met de bijl en er werd een hartig woordje met de haan gesproken. Daarna was hij losbollig en konden de kippen weer op stok en als dank kregen we grote eieren met dubbele dooier.


Buurman de Vries was bus-chauffeur bij de V.A.D. Maar niet zomaar een chauffeur nee, hij reed op het buitenland. Als chauffeur gezelschapsreizen zoals dit toen genoemd werd. Meestal waren dit verenigingen of sportclubs. Er werd vaak een jaar voor gespaard en dan werd de bus afgehuurd en men vertrok naar het doel.

Buurman de Vries was gehuwd met een Oostenrijkse en heeft enige jaren in dit mooie land rondgereden en wist dus alle mooie wegen.

Nu gebeurde het weleens dat de bus de straat in kwam rijden, met het gezelschap aan boord, om buurvrouw de Vries op te halen. Er was dan weer een plaatsje open.

De penningmeester vond dit jammer, als deze overbleef. En zo kon het gebeuren dat ze met schort en al in de bus werd gehesen en mee mocht naar Brekenz en haar moeder weer eens zag. De directie van de VAD vond dit goed.


In die tijd hadden wij als enige in de straat telefoon (7471). Het was al gauw de gewoonte geworden wanneer de dokter gebeld moest worden, al was het midden in de nacht, dat ze bij ons terecht konden. Anders moesten ze helemaal naar het Schubertplein lopen Zo kwam er in 1956 na de Hongaarse opstand een deel van een familie naast fam. de Vries wonen. De moeder sprak enkele woorden Duits, ze konden elkaar iets verstaan. Na een week of 6 kwam de moeder midden in de nacht aanbellen. We begrepen dat de dokter moest komen. Toen mij moeder vroeg wat de zieke mankeerde moest ze even nadenken. Let wel, probeer dat maar eens in een vreemd land, zonder dat je de taal nauwelijks verstaat en spreekt. Toen kwam het er uit poep heeeeel vlug. Die zelfde nacht lag de zieke al het ziekenhuis en kreeg vocht toegediend. Ik neem nu nog m'n pet af voor haar om zich zo uit te drukken dat iedereen het begreep.


In die tijd hadden we te maken met Dolle Evert eeen pracht figuur. Hij stond meestal voor het station te wachten met z'n handkar. Zag hij mensen aankomen met een zware kofffer, dan rende hij er naar toe en trok hij de koffer gewoon uit je hand en mikte deze op de kar en liep half Apeldoorn door om de koffer te bezorgen. Op een dag, het regende, stond Dolle Evert te wachten bij de halte van lijn C, Avondzon/Eendenweg. Terwijl de chauffeur afrekende met de mensen die instapten was Evert achter de bus bezig. Evert stapte in, betaalde z'n 15 cent en ging zitten. De bus trok op met luid kabaal, Evert had met een stuk draad de kar aan de bumper vast gebonden.

Evert moest uitstappen de kar losmaken en gaan lopen. Hij had flink de pest in want hij kreeg z'n geld niet terug.

Michèl Lugtigheid


Michèl Lugtigheid

Photo of Sea on Sunrise

Sjoerd Veeneman

Ondernemer Sjoerd Veeneman onder de aandacht.

Veeneman is een veel voorkomende achternaam in Zuid. Ook aan de 1e Wormenseweg wonen meerdere families met deze achternaam. Zoals deze: Sjoerd Veeneman (plus aanhang) bekend van onder meer de Groenten en fruitzaak die hij 26 jaar bestierde in winkelcentrum Hart van Zuid aan de Adelaarslaan.

De 1e Wormenseweg dus. Sjoerd is er zowel geboren, als getogen. En nog steeds woonachtig samen met zijn vrouw Leida in een gezellig vrijstaand huis. De kinderen zijn inmiddels uitgevlogen Op precies dezelfde plek waar ooit de boerderij van zijn vader Jo stond. Eerst met jong vee en koeien, later werden het aardappelen. Sjoerd: “Hij was de laatste boer van de stad.”

Waar denkt Sjoerd aan als je vraagt naar zijn jeugdherinneringen?

Natuurlijk de Emmaschool waar die samen met zijn tweelingbroer op school zat. Dicht bij huis gezellig en veel ruimte om te spelen.

Het boerenbedrijf van zijn ouders waar natuurlijk altijd wat gebeurde.

Of er een kalfje werd geboren of heel veel biggetjes er was altijd reuring. Mijn vader ging met de koeien door de woonwijk naar het weiland aan de overkant van het kanaal. Dat kun je je nu niet meer voorstellen

Toen de Maten woonwijk is geworden is mijn vader verder gegaan als aardappelboer. Maar ook voetballen in het Zuiderpark elke zomer.

Hele dagen in het park lekker voetballen.

Ook herinnert hij zich het buurtvoetbal bij het buurthuis aan de Maasstraat. Elke buurt een team en heel veel publieke belangstelling Ik was trouwens niet zo'n hele goede voetballer maar wel gezellig. In de schoolvakantie hielp hij zijn vader met het bezorgen van aardappelen.

Op 17 jarige leeftijd is hij zelf begonnen met het venten van groenten en fruit 6 dagen per week op pad met een tractor met aanhanger vol met groenten en fruit En s avonds leeg weer terug.

In 1991 namen Sjoerd en Leida de groente en fruitzaak op de Adelaarslaan van meneer Dijkman over. Een hele mooie (ondernemers) tijd. Sjoerd: “zes en twintig jaar daar in winkelcentrum Hart van Zuid gezeten, waar ik ook jarenlang de voorzitter van de winkeliersvereniging was.” ”Een hele fanatieke vereniging hadden we, organiseerden veel.

‘s Avonds zaten we vaak tot tien uur in de avond bij elkaar. Te bedenken wat nou weer te gaan doen voor de klanten.” Bekend en geliefd waren de promotie optochten met schitterende praalwagens en de braderieën met vijftig tot zestig kramen. En veel bekende artiesten Een drukte van jewelste. Sjoerd: “Alle ondernemers deden mee. Die zie je tegenwoordig niet meer.”

Tot 2017 hadden Sjoerd en vrouw de winkel in Hart van Zuid. Inmiddels hebben ze alweer een tijdje een winkel in Kerschoten, het Mercatorplein. Sjoerd: “We wilden graag richting maaltijden en niet alleen maar groenten en fruit verkopen. Dat kon/kan daar beter.” Maar Sjoerd zijn zaak is gelukkig ook bekend bij zijn oude klanten. “Als ze dan helemaal uit Zuid naar je zaak in Kerschoten komen is dat wel heel erg leuk.

” Sjoerd (59) hoopt nog wat jaren lekker met zijn zaak te ondernemen. Hij werkt nu zes dagen van zes tot zes. Over een jaar of drie is dat mogelijk minder, als een trouwe werknemer de zaak overneemt. Zo is het plan. Maar hij zal als het aan hem ligt ook na de overname nog een paar dagen in de week werken.

Het bietensap zal immers altijd door zijn aderen blijven vloeien zoals hij zelf zo mooi zegt. Mocht Sjoerd ooit helemaal met pensioen gaan, ook geen probleem. Hij zal zich niet snel vervelen. En is dan niet veeleisend. Sjoerd: “Ik hoef niet zo veel luxe. Als het maar een beetje gezellig is. ”Aandacht voor de kinderen en kleinkinderen en een beetje rijden in de eend.



Klik op de foto voor de uitzending

De heer S. (Sjoerd) Veeneman is groenteman en eigenaar van Veeneman Groenten & Fruit. Als groenteman vervult hij ook een maatschappelijke functie. Zo bezorgt hij bij oudere mensen die niet naar de winkel kunnen een gezonde maaltijd en houdt hij een praatje met hen. Hij is ruim 25 jaar bestuurslid en later voorzitter geweest van Winkeliersvereniging Hart van Zuid. Hij organiseerde buurtactiviteiten, braderie en feesten en hielp hij bij opknappen van het plein. Hij is ook al lange tijd secretaris van het kwaliteitsgilde Stichting de Echte Groenteman, waar hij ook lid is van de reclamecommissie en diverse acties organiseert, onder andere voor veilig ondernemen. Verder was hij 8 jaar lang penningmeester en lid van de evenementencommissie bij voetbalvereniging Columbia. Op dit moment is hij penningmeester van de Winkeliersvereniging Winkelcentrum Kerschoten, waarvoor hij meehelpt om activiteiten voor klanten en de buurt te organiseren.

De heer Veeneman is benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.


Photo of Sea on Sunrise

Mia Doornhein

Herinneringen ophalen over Zuid : Mia Doornhein

“Voelde me hier altijd veilig en blij”

Herinneringen ophalen over Zuid. Voortaan doen we dat regelmatig in de Zuidkrant. Mia Doornhein bijt het spits af. Haar ouders hadden tientallen jaren een fietsenwinkel aan de Schubertlaan vanaf begin jaren 60 tot eind jaren 80.


In 1961 kwam de 9-jarige Mia met haar ouders en broer Sjaak (zus Greetje nog niet geboren) vanuit Waddinxveen naar Apeldoorn Zuid.

Mijn vader heeft de fietsenwinkel overgenomen in 1961 van de vorige eigenaar. Hij hoorde dat van zijn zwager, Jan Broer. Mijn vader was toen al in Waddinxveen bezig met fietsen repareren. Het winkelcentrum Schubertplein bestond toen al sinds november 1952

Vraag je Mia naar haar herinneringen, dan komen als eerste haar ouders ter sprake. Ze spreekt er vol lof over. Lieve, betrokken mensen. Zo nam vader regelmatig mensen van de Hoenderloo Groep onder zijn hoede, mochten ze bij hem werken. Mia: “Tussen de middag kwamen ze dan bij ons eten. Heel leuk en bijzonder.”


Pa en ma Doornhein waren overigens best streng. Hoewel… Mia: “Er was controle en daar hield ik me ook wel aan. Maar je kon ook lekker je eigen gang gaan. Ze waren immers erg druk met hun eigen zaak.”


Als kind vertoefde Mia veel tijd buiten. In de speeltuin, achter de winkel. Samen met haar broer, zus, neven en buurtgenootjes. Mia: “Echt heerlijk die speeltuin. Konden we lekker spelletjes doen. Zoals tollen en hoepelen. Natuurlijk ook veel geschommeld en van de glijbaan afgegaan.”


Verder was er volgens Mia weinig te doen in Zuid. Zeker niet voor de oudere kinderen. Nou ja, in buurthuis Het Vogelnest kon je Mia wel eens vinden. En af en toe ook In Buurthuis Maasstraat. Leuker en spannender werd het rond haar 15e: dansen bij Biezeman. Ook deed ze aan tennis bij VEGO.


De ware ontmoetingsplek voor zowel jong als oud in Zuid: de rolschaatsbaan op het Schubertplein. (Waar nu Jumbo is gevestigd). Vooral toen medio jaren 80 Mia ‘s vader er een kartwedstrijd organiseerde. “Een geweldig evenement. Supertrots was ik. Toch mooi een idee van m’n vader. En niet te vergeten Joop Koperdraad, Dick Smit en Evert Zijlstra. Zo gezellig was het, het plein bruiste. En agent ‘blommetje’ zorgde ervoor dat het rustig bleef.”


Minder rustig ging het er aan toe op het Schubertplein als Oud en Nieuw naderde. Althans in de fietsenwinkel. Dan krioelde het van de klanten die vuurwerk wilden kopen. Mia: “Ik moest dan vaak meehelpen in de winkel. Maakte de prijslijsten, stond achter de kassa. Vele kilo’s vuurwerk gingen over de toonbank. En dat lag allemaal opgeslagen bij ons achter, weliswaar in een afgesloten ruimte. Dat zou nu absoluut niet meer mogen. Wat een tijd.”


Inmiddels woont Mia al tientallen jaren niet meer in Zuid. Weemoed overheerst bij Mia: “ik heb eigenlijk alleen maar mooie herinneringen aan die tijd. En dat kan ik ook zeggen namens mijn broer, zus en neven. We hadden het niet rijk, moest zelf mijn eigen fiets kopen. Maar ik voelde me hier altijd heel veilig en blij.”



Photo of Sea on Sunrise

Gil Barkey

Sinds ik in 1961 uit Apeldoorn vertrok, is er geen dag geweest dat mijn gedachten niet zijn afgedwaald naar de plaats ​Apeldoorn waar ik zo van hield. In de beginjaren na aankomst hier in de Verenigde Staten heb ik er vaak over nagedacht ​om terug te keren naar de plaats die ik ooit naar huis belde. Oké, hier zijn enkele van mijn goede herinneringen. Begin ​1950 kwam ons gezin hier aan na een lange reis vanuit Indonesië, een land dat we ooit naar huis noemden. Het duurde ​niet lang voordat we ons aan de Nederlandse manier van leven hadden aangepast. Ik heb mijn hele basisopleiding hier in ​Apeldoorn afgerond. In de beginjaren herinnerde ik me hier dat ik de meeste uren met daglicht buiten doorbracht, ofwel ​in het Sprengenbos, de heide, de beekjes, het kanaal waar ik gebruik om te vissen of magere duik. en niet te vergeten ​Malkenschoten etc. Het waren totaal gelukkige en stressvrije jaren. In deze periode heb ik veel vrienden weten te maken ​in mijn buurt, de componistenbuurt en de omliggende gebieden. Tijdens mijn tienerjaren begon ik een liefde voor muziek ​te ontwikkelen. Op mijn 12e vraag ik mijn vader om een ​​gebruikte gitaar te kopen bij een oom van mijn vriend. Het ​duurde lang voordat ik er een populair liedje op speelde. Nadien om te zeggen dat ik verliefd werd op dat instrument. Het ​duurde niet lang of ik ontmoette vrienden die dezelfde interesse hadden als ik. Op houseparty's begeleidde ik menig ​zanger op mijn gitaar. Niet lang daarna sloot ik me aan bij een paar vrienden die al een band hadden, maar die een ​bassist nodig hadden, ik heb tegelijkertijd basgitaar leren spelen terwijl ik mijn gitaar oefende. De leden van deze groep ​waren Ben Steneker, Joop Dullaard en Boy Kneefel. Ze hadden ook een zangeres genaamd Lydia Tuinenburg. Ik ken Lydia ​toevallig van de ulo dat we in dezelfde klas zaten. Ik heb haar verschillende keren vergezeld op huisfeesten. Later voegde ​Charles Tuinenburg zich bij de groep als drummer. Het was Charles die het voor ons mogelijk maakte om auditie te doen ​voor een opname-co genaamd Bovema. Hierna werd alles geschiedenis. We bereiken de tophit over heel Nederland dit ​was in 1959. De hit was Send me the pillow that you dream on. Hiermee maak ik mijn verhaal voor vanavond graag af. Ik ​ga op een later tijdstip verder. GBU Tot dan.


Vervolg verhaal Gil Barkey

Hallo daar vrienden. hier is nog een vervolgverhaal van mijn leven in Apeldoorn in de 1950 tot 1961. In deze periode heb ​ik gemerkt dat er veel deur-tot-deur verkopers waren zoals de groenteboer de melkboer de schillenboer de kolenboer en ​de visboer en niet om vergeet de bakker. Elke dinsdag na school kreeg ik een lift naar huis met onze groenteboer die een ​paardenwagen vol met groenten en fruit liet tekenen. Hij liet me de leiding vasthouden maar het paard weet al waar hij ​moet draaien en waar hij moet stoppen. Kent iemand Opa Wey de visboer nog? Een keer ging er een gerucht de ronde dat ​hij was overleden. Mijn moeder was hem nog wat geld schuldig. Toen kon je altijd dingen kopen op ′′ de bon ". Hoe dan ​ook na vier maand deed ik de deur open en daar stond Opa Wey ik weet niet of ik zijn naam goed gespeld heb. Hoe dan ​ook, ik schrok me dood vooral toen ik zijn ijskoude handen schudde. Ik kon niet wachten om het mijn moeder te vertellen ​en ze kwam meteen met het geld dat ze hem verschuldigd was. De beste tijd in Apeldoorn is in de wintermaand wanneer ​het sneeuwt. Vroeger speelden we uren in de sneeuw met onze sleeën en maakten we ook sneeuwmannen. Op dit ​moment moet ik een bekentenis maken over de tijd, dit was ' s nachts toen een paar van mijn vrienden en ik een ​gigantische sneeuwman bouwden die tegen de voordeur van een van onze buren leunt. We belden aan de deurbel en ​kijken van achter de omliggende bosjes hoe de deur openging en al die sneeuw eindigde in de hal. Toen ik nog een ​jongeling was vond ik dat zo grappig. LOL Maar nu vermoord ik iedereen die dit met me doet. GEWOON KINDING LOL.. ​Nou mijn vrienden dit is gewoon een verhaaltje over mijn gelukkige jaren in Apeldoorn Zuid. Ik hoop dat ik je niet ​vervelend heb gemaakt. Aan al mijn vrienden liefs en groet aan jullie allemaal. Tot dan.


Stack of newspapers